Bonen voor een dikke president (tuinboontjes)

Op het moment dat hij beklemd zat in het ligbad, wist hij dat er iets moest gebeuren. William Howard Taft was de dikste president uit de geschiedenis van de Verenigde Staten. Van 1909 tot 1913 zat hij in het Witte Huis. In die tijd was een man met overgewicht een man van aanzien, maar zoals Taft altijd zei: een echte heer weegt niet meer dan 150 kilo.

Hij wendde zich tot de beroemdste afvalarts van dat moment: de Engelsman Nathaniel E. Yorke-Davies. Die stelde een persoonlijk dieet samen met veel groenten, fruit, gegrild vlees en weinig koolhydraten. Dat wierp vruchten af: de president verloor 30 kilo. Tussen de twee ontstond een levendige correspondentie, die onlangs is onthuld en door voedingskundigen is geanalyseerd. Yorke-Davies raadde de president aan te blijven bewegen, maar zoals die dingen gaan: Taft kreeg afkeer van zijn dieetlijst, wilde weleens wat anders en de kilo’s keerden terug als een dief in de nacht.

Als we nog iets dieper in de geschiedenis duiken, is duidelijk dat hij niet de enige president was met overgewicht. Grover Cleveland was dol op eten, haatte bewegen en droeg de bijnaam Uncle Jumbo. Theodore Roosevelt stond bekend als de eetmachine. Met gemak at hij een hele kip, maar hij was wel zo slim om flink te bewegen. In de recente geschiedenis was het Bill Clinton die er een onmatige levensstijl op nahield, tot een hartaandoening hem dwong het roer drastisch om te gooien. Zijn arts Caldwell Esselstyn raadde hem aan niets te eten wat een moeder heeft gehad. Tegenwoordig vermijdt Clinton vlees, melkproducten en eieren. De voormalig president is veganist geworden, een heilig boontje dus.

Dat heeft mij aan het denken gezet. Het is een troost dat overgewicht niet louter is voorbehouden aan de lagere klassen, die tegenwoordig op dat gebied de zwartepiet krijgen toebedeeld. Maar hoe maak je gezondere groene alternatieven tussen alle overdaad die in de winkels ligt? Hoe zet je in haastige tijden de boon creatief in, zoals vegans doen? Ik heb het vriesvak ontdekt. Het tuinboontje is in de zomer op zijn lekkerst, maar op deze manier bereid een weldaad.

Koop een pak diepvriestuinbonen. Laat ontdooien. Ontdoe de boontjes van hun stevige buitenkant: die is vers gedopt heerlijk, maar smaakt nu minder lekker. Blancheer eerst, dop ze, en doe daarna de prachtige groene kern in een kom. Schenk er een gulle hoeveelheid goede, zachte olijfolie overheen, doe er wat limoensap, een eetlepel muntblaadjes, een snuf komijnpoeder en peper en zout naar smaak bij. Zet de staafmixer erop en pureer tot een zachte fluweelgroene massa. Lekker als alternatief broodbeleg. Of naast een lapje gegrild vlees.

Tuinboontjesspread

1 pak tuinbonen uit de diepvries, of verse geblancheerd

scheut chique olijfolie (voor salades)

scheut limoensap

1 eetlepel muntblaadjes, fijn-gesneden

snuf komijnpoeder

peper en zout naar smaak

Gepubliceerd in de Volkskrant van 6 januari 2014.
20091102142403
William Howard Taft

A610FDD0-155D-4519-3E4EED09434857AF-large A603E818-155D-4519-3E69427E47E0455B-large

Geen reactie's

Geef een reactie