18 jan Koningskoek, bladerdeegtraktatie
De beste uitvindingen kennen meerdere vaders en ontstaan doorgaans bij toeval. Over een van de grondleggers van het bladerdeeg valt een mooi verhaal te vertellen.
In de tijd dat de kunstschilder Claude Gellée (1600-1682) nog bakkersleerling was, maakte hij op een dag een fijn koekbeslag. Tot hij zag dat hij de boter was vergeten. Fluks vouwde hij die tussen het deeg, stopte de koek in de oven en zag even later het knisperende wonder dat aan de voet staat van alle baksels tussen croissant en kerststol.
Van dit deeg maken ze in Frankrijk de galette des rois. Deze koningskoek staat op 6 januari, met Driekoningen, op tafel, maar is de rest van het jaar ook niet te versmaden.
De galette des rois is verfijnder dan onze stol. Zelf bladerdeeg maken kan, maar met kant-en-klaarversies kunt u ook uit de voeten. Tart met de driekoningenkoek die zware wintermaanden in hun volle grijze glorie. Op dieet gaan kan altijd nog.
Ingrediënten voor Koningskoek (galette de rois)
270 g bladerdeeg (verkrijgbaar in de supermarkt, op een rol)
1 eetl. abrikozenjam
50 g boter (zacht)
25 g poedersuiker
1 ei, losgeklopt
50 g amandelmeel
1 eetl. rum of cognac
een paar bonen
stuk bakpapier
Vouw het bladerdeeg uit op een werkplank. Pak een soepkom of een andere ronde vorm en snijd cirkels uit (met een diameter van ongeveer 8 tot 10 centimeter). Die vormen straks, per twee op elkaar geplakt, de galettes. Ik kwam uit op een grote en twee kleintjes.
Pak een stuk bakpapier. Leg er een deegrondje op. Bestrijk het met een eetlepel abrikozenjam (laat ongeveer 1,5 centimeter vrij aan de randen).
Maak vervolgens de amandelspijs. Meng de boter met de suiker in een beslagkom. Mix goed. Voeg iets meer dan de helft van het losgeklopte ei toe. Het restant bewaart u om straks de bovenkanten te bestrijken, voor een mooi glanzend effect. Mix goed. Doe daarna het amandelmeel erbij. Voeg de drank bij de spijs en klop nog even goed door. Lepel dit mengsel op de abrikozenjam en stop er een boon in (bewaar wel wat spijs voor de kleine galettes).
Verwarm de oven voor op 200 graden. In de tussentijd decoreren we de dakjes door met een vork zigzagmotiefjes te maken. Leg het bakpapier met de amandelspijsrondjes op een bakplaat. Plaats dan het dakje. Bevochtig uw vingers en druk de randen goed dicht. Bestrijk de dakjes met het eigeelrestant. Bak gedurende 20 tot 25 minuten goudbruin. Lauwwarm zijn ze het lekkerst. Snijd de koningskoek in puntjes. Degene die de boon treft, is koning of koningin voor een dag.
Trek in meer koek? Maak dan roomboterkoek.
Geen reactie's