09 mrt Flensrolletjes van Henriëtte Davidis

Een leeuwerik kan heel mooi zingen en een schildpad zwemt als de beste, maar Henriëtte Davidis (1801-1876) deed ze graag in de pan. Deze kookboekenauteur maakte alles zelf; van wildgebraad tot taart. In de tijd dat een uiterste houdbaarheidsdatum nog moest worden uitgevonden, was een goede neus misschien wel het belangrijkste keukengereedschap.

De Duitse Davidis schreef in 1844 het standaardwerk voor onervaren jonge vrouwen die een huishouden gingen bestieren: Praktisches Kochbuch. Zuverlässige und selbstgeprüfte Recepte der gewöhnlichen und feineren Küche. Onlangs las ik de Nederlandse vertaling, die in 1870 is gepubliceerd onder de simpele titel: Keukenboek.

Met waardigheid het huishouden runnen, dat wilde Davidis haar lezers bijbrengen. ‘Maak het de man zo aangenaam mogelijk en hou zo veel mogelijk rekening met zijn wensen. Vergeet nooit dat hij de kostwinner is’, schreef ze.

Haar eigen leven zag er heel anders uit. Oké, ze was twee keer verloofd, maar beide huwelijkskandidaten legden nog voor het jawoord het loodje. Had ze een kostwinner nodig? Welnee, Davidis was in binnen- en buitenland een fenomeen, tot aan de Verenigde Staten toe. Toch was het sappelen, een eigen woning kon ze zich pas op latere leeftijd veroorloven.

Haar eigen leven zag er heel anders uit. Oké, ze was twee keer verloofd, maar beide huwelijkskandidaten legden nog voor het jawoord het loodje. Had ze een kostwinner nodig? Welnee, Davidis was in binnen- en buitenland een fenomeen, tot aan de Verenigde Staten toe. Toch was het sappelen, een eigen woning kon ze zich pas op latere leeftijd veroorloven.

Ingrediënten voor flensrolletjes met fruit, ontbijtgerecht voor 3 personen

4 eieren
250 ml melk
175 g tarwebloem (gezeefd)
snuf zout
snuf foelie
klontjes boter
klein bakje zure room (125 g)
bosvruchtenjam naar smaak
ter garnering: muntblaadjes, rode bessen, bosbessen (uit het vriesvak)

Klop de eieren los in een beslagkom. Voeg de melk toe en klop goed door. Doe de gezeefde bloem erbij, met het zout en de foelie. Het is de bedoeling dat het flensjesbeslag mooi dun is, dunner dan het beslag om een doorsnee pannenkoek van te bakken.

Laat een klontje boter bruinen in een koekenpan. Giet een opscheplepel beslag in de pan, draai tot de bodem is bedekt. Bak tot de onderkant goudbruin is en keer om. Bak de volgende volgens hetzelfde procedé. Leg ze op een bord.

Besmeer de flensjes met de zure room en de bosvruchtenjam en rol op. Besmeer een tweede en rol die, samen met de eerste, op als een worst. Doe hetzelfde met de overige flensjes. Snijd de flensrolletjes in grote stukken en zet die rechtop op een bord. Garneer met de bessen en de bosbessen en een eventueel takje munt. Eet warm of koud. Ook lekker om mee te nemen.

Trek in een andere pannenkoek? Neem dan die van Kamala Harris.