12 nov Leve het aardpeertje
Het brein van een genetische dikkerd valt niet te foppen: die wil altijd weer de hoeveelheden die het in het verleden gewend was.
Maar sinds ik weet dat een volwassen vrouw niet meer dan een glas wijn per dag mag drinken, heb ik met zorg het grootste glas uitgezocht. Dat schenk ik heerlijk vol. Helemaal geen punt, totdat ik onlangs een kaartje ontving.
Er stonden drie glazen op afgebeeld, gevuld met rode wijn. Het eerste glas, zo’n kleintje dat je ook in armetierige cafés krijgt, bevatte 100 cc, een bescheiden hoeveelheid van ongeveer 80 calorieën. Het middelste glas – een heel normaal formaatje – daarin zat een hoeveelheid gelijk aan 120 calorieën en het laatste glas, tja, dat daar ging 200 cc in, omgerekend 160 calorieën. Droevig genoeg stond er ook nog bij vermeld hoe lang je moet wandelen om die hoeveelheid er weer af te krijgen: 50 minuten. Drie glazen wijn en je drinkt zo een hele maaltijd weg zonder enige verzadiging.
Op zoek naar gezond voer viel mijn oog op aardpeertjes: onooglijke knollen, maar eenmaal gekookt hebben ze een fantastische smaak, artisjokachtig. Ze geven lang een gevoel van verzadiging. Mooi dieetvoer dus. En een fijne combinatie met gegrilde vis.
500 gram aardpeertjes, geschild
scheut citroensap
3 eetlepels boter
4 eetlepels bloem
eventueel wat knoflook
fijngesneden schilletje van een ingelegde citroen, of wat gewone citroenrasp
handvol platte peterselie, fijngesneden
peper en zout naar smaak
Schil de aardpeertjes (rotklusje), leg ze in een pan met water met citroensap (tegen het verkleuren) en kook ze in een minuut of tien, vijftien als aardappelen gaar. Een te lang gekookt peertje valt uit elkaar en dat is niet de bedoeling.
Maak in de tussentijd een roux van roomboter, bloem en wat aardpeertjeskookvocht in een pan met dikke bodem. Doe er peper en zout bij. Voeg de citroenschil toe en eventueel de knoflook. Roer goed. Giet de roux over de hete peertjes en bestrooi met peterselie. Serveer met vis en botersla. Drink er gerust een glas wijn bij.
Geen reactie's