31 mrt Vet goeie noot (pindasoep)
Hij kon er auto’s op laten rijden, hij schoor zich ermee en at er smakelijk van. Landbouwkundig scheikundige George Washington Carver (1861-1943) vond honderden toepassingen uit voor één product: de pinda. Vraag aan een Amerikaan wie de peanut butter heeft uitgevonden en tien tegen één wordt hij genoemd.
Carvers leven laat zich lezen als een thriller. Hij werd geboren als slaaf in Diamond (Missouri) en al jong bij zijn moeder weggehaald. Op 11-jarige leeftijd vroeg hij zijn slavenhouder of hij naar school mocht. De man keek naar het schriele kind dat altijd tussen de plantjes zat, haalde zijn schouders op en liet de jongen gaan. In 1916 schreef Carver het standaardwerk How to Grow the Peanut and 105 Ways of Preparing it For Human Consumption. Inmiddels was hij ook verdienstelijk schilder en werd hij uiteindelijk in 1941 door het blad Times uitgeroepen tot de zwarte Leonardo da Vinci.
Of Carver de geestelijk vader was van de peanut butter valt te betwijfelen. Grote uitvindingen hebben doorgaans meerdere ouders. Levensmiddelenfabrikant Calvé probeert met de eer te strijken en zegt ‘de enige echte pindakaas’ te maken. Kan kloppen, omdat bij de introductie van peanut butter de naam boter in Nederland beschermd was. Wat de fabrikant in het potje stopt, lijkt in niets op wat Carver bedoelde: Calvé haalt er pindaolie uit en stopt er ‘dextrose en volledig geharde palm-, raapzaad- en sojaolie’ in. Waarom? Omdat de consument zou gruwen van het pindavet dat normaal gesproken bovenop drijft en de voorkeur geeft aan smeerbaar zoet. Dus die lekker pittige Surinaamse pindakaas die je – de hemel zij geprezen – in steeds meer supermarkten kunt kopen, missen zij. Daarbij denken velen dat ze dik worden van pinda’s en gaan ze voorbij aan de gezonde vetten die erin zitten. Treurig.
Ingrediënten
Exotische pindasoep (voor 4 personen)
2 uien, in blokjes
scheut zonnebloemolie
2 flinke tomaten, in stukjes
1 duimpje verse gember, in piepkleine blokjes
1 teentje knoflook geplet en gehakt
1 liter kippenbouillon
scheut limoensap
½ bosje selderij, fijngesneden
1 pot (Surinaamse) pindakaas
2 gerookte kipfilets, in dunne plakjes
In Suriname gaat pindakaas gewoon in de soep, met zoutvlees, kip en gebakken banaan. Ik maak graag een simpele, snel te bereiden variant: kan trouwens ook zonder kip. Bak de ui in een scheut zonnebloemolie glazig. Voeg de tomaat en de gember toe. Bak heel zachtjes tot de tomaat zacht is. Doe dan de knoflook erbij. Verwarm de bouillon en voeg de fijngesneden selderij toe. Laat zachtjes pruttelen. Proef de bouillon op smaak en voeg desgewenst een drupje limoensap toe. Schep in een pannetje de pindakaas. Giet de warme bouillon erbij en roer tot de gewenste dikte is bereikt. Voeg dan het ui-tomaatmengsel toe en laat even zachtjes pruttelen. Doe dan de kipfilet erbij, warm goed door en serveer. Wat verse taugé en gestoomde sperzieboontjes smaken er ook lekker bij. Peperen hoeft niet.
Foto: Library of Congress
Geen reactie's