De Grahamites, zijn volgelingen, richtten scholen en pensions op waar je je kon laven aan groente en fruit én een goed stuk volkorenbrood, want aan het toen al zo populaire witbrood had Graham een broertje dood. Een van de bestanddelen van goed brood was volgens hem de liefdevolle hand van moeder de vrouw; dit tot woede van de bakkers, die vreesden voor hun klandizie.

Die crackers intrigeerden me door hun populariteit. De receptuur wisselt nogal. Volkorenmeel en kaneel (hé, een specerij!) zijn een constante factor. Amerikaanse thuiskoks verkruimelen graag een pak Graham Crackers en gebruiken die als bodem voor de befaamde cheesecakes (gebruik wel voldoende boter). Ook dat zou de dominee ongetwijfeld afkeuren. Hij pleitte altijd voor matigheid met zuivel: ook die wakkerden volgens hem de lusten aan.

De originele receptuur van de crackers is weinig frivool, met een kleine aanpassing kun je er wel bijzondere koekjes van maken.

Ingrediënten voor zo’n twintig koekjes
100 g zachte roomboter
25 g bruine basterdsuiker
20 g kristalsuiker
2 theel. maple syrup (esdoornsiroop) of honing
100 g volkoren meel
60 g tarwebloem
snuf zout
1 volle theel. koekkruiden

Meng in een kom de boter, de suiker en de maple syrup (of honing) tot een gladde massa. Doe in een andere kom het meel, het zout en de koekkruiden. Voeg de droge ingrediënten bij het botermengsel en kneed of mix tot het een stevige bal is. Wikkel het deeg in plastic folie. Leg het minimaal 1 uur in de koelkast. Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven oppervlak tot een lap van ca. 3 mm. dik. Steek of snijd vierkantjes uit. Een steekvormpje met karteltjes geeft een mooi effect. Leg de koekjes op de bakplaat, spreid ze uit en prik er met een vork gaatjes in. Bak ze in ongeveer 20 minuten goudbruin.