Amsterdamse gehaktballetjes

Voor de kikker, de rat en de hond wilde hij graag een standbeeld oprichten en daarom maken we vanavond gehaktballetjes. Cardioloog Frits Meijler (1925-2010) vond dat we die beesten dank waren verschuldigd vanwege hun martelaarschap voor onze gezondheid. 

In een interview met de Leidse Courant, dat mij laatst toevallig onder ogen kwam, zei hij al in 1977 dat het hem stoorde dat hele volksstammen ‘boter’ gebruikten van het merk dat werd aangeprezen als ‘goed voor hart en bloedvaten’. Becel dus. Unilever zou beter moeten weten, zei hij, want dat gezondheidseffect was nooit bewezen. Meijler maakte van zijn hart geen moordkuil. Hij vond dat veel mensen volstrekt onnodig gebukt gingen onder een vetarm dieet. Ook de campagne van de Hartstichting (Hartstikke goed, Hartstikke slecht) was hem een doorn in het oog. Dat een 80-jarige geen bitterballetje meer mocht eten (slecht!) en het eitje bij het ontbijt in de ban werd gedaan, omdat het een cholesterolbom zou zijn, vond hij godgeklaagd. ‘We moeten oppassen voor een volkspsychose’, meende hij. De cardioloog was een roepende in de woestijn.

In navolging van dokter Frits breng ik met dit gerecht graag een eerbetoon aan de koe, het varken en de garnaal. Daar kun je heerlijke gehaktballetjes van maken. Dit was ooit een armeluisbal, die zijn herkomst vindt in de Amsterdamse Jordaan. Door de toevoeging van goedkope garnalen kon je bezuinigen op de hoeveelheid vlees – al gaat dat met de huidige garnalenprijzen niet meer op. De receptuur van deze gehaktbal wisselt, sommige koks zweren bij veel nootmuskaat en vinden dat er een lik mayonaise bij hoort, ik hou het bij mosterd. Hartstikke goed.

Amsterdamse gehaktballetjes, voor- of bijgerecht of tussendoortje
Ingrediënten

– 1 sjalot, fijngehakt
– roomboter
– 1 witte boterham, van korst ontdaan
– scheut melk
– 400 g gehakt, half-om-half
– peper en zout
– foelie
– wat druppels worcestershiresaus
– bosje platte peterselie, fijngehakt
– 1 losgeklopt ei
– 100 g Hollandse garnalen, gepeld
– wat zilveruitjes, augurkjes en scherpe mosterd

Bak de gehakte sjalot in wat roomboter zachtjes bruin en laat afkoelen. Week de boterham in een scheutje melk. Kneed het gehakt een paar keer goed door en kruid het flink met peper, zout en foelie. Voeg de worcestershiresaus toe en doe de peterselie, het uitgeknepen brood, de sjalot en het losgeklopte ei erbij. Meng goed. Voeg dan de garnaaltjes toe en kneed nog eens goed door. Vorm er zestien balletjes van en bak die in een kwartiertje lekker bruin in wat roomboter. Serveer met (Amsterdamse) uitjes, augurkjes en wat scherpe mosterd, zoals Löwensenf.

Geen reactie's

Geef een reactie