30 mrt Eroïsch hoogtepunt met rozijnerwtjes

Rozijnerwtjes zijn een hoogtepunt op tafel en dat treft, ze zijn van het ras eroïca! Maar waarom heten ze eigenlijk grauwe erwtjes?

Het was met Doutzen Kroes heel anders afgelopen als we bij haar naam niet haar beeldschone gezicht hadden gekend. Daar moest ik onlangs aan denken toen ik bij vrienden een maaltijd at met stevige kastanjebruine erwtjes in de hoofdrol. Heerlijk, maar wat was het? ‘Gedroogde grauwe erwten uit de Schermer, van mijn nichtje Marianne’, vertelde de gastvrouw. ‘Dit is familie van de kapucijner.’
Ik ben dol op peulvruchten. Die hebben een paar eigenschappen die onmisbaar zijn als je gezond wilt eten en (desnoods) gewicht wilt verliezen: vezelrijk, eiwitrijk en smakelijk verzadigend. Die stevige, knapperige rakkers wilde ik ook. En snel. Een zoektocht langs supermarkten en biowinkels leverde niets op. Zelfs niet in de randstedelijke hipsterwinkel Marqt. Hoe kan dat?

Marianne Barendregt maar eens gebeld. Zij en haar man Aad telen al jaren aardappelen en grauwe erwten in Schermerhorn. Hun zoon Johan is de vierde generatie. Of hij in de erwtjes doorgaat, is onzeker. ‘Iedereen vindt ze heerlijk’, vertelt ze. ‘Maar wij raken ze met moeite kwijt. Marqt zegt dat er geen vraag naar is.’ Ze vermoedt dat het in de naam zit, bij grauw krijg je geen prettige associaties. Nee, dan het ras: eroïca! Dat klinkt pas veelbelovend, erkent ze. Sommige mensen noemen zo ook wel rozijnerwtjes. ook prachtig. Had met een andere naam de carrière van het grauwe erwtje er heel anders uitgezien? Waarschijnlijk wel. Maar er is hoop, bij Doutzen hebben we ook verder gekeken.
Hoe ik toch de erwtjes op tafel kreeg? Goddank is er internet: op vanboertotbord.nl en andere sites zijn Barendregts erwtjes gewoon verkrijgbaar.

Grauwe erwtjes met ui, spek en piccalilly
(hoofdgerecht voor 3 personen)

300 gram grauwe erwten
zout
3 sjalotten
200 gram spek
olie of boter
goede piccalilly (naar smaak)
zilveruien en augurken (naar smaak)
scheut appelazijn
olijfolie
kropje botersla
½ zure appel, in ragfijne plakjes
eventueel: appelstroop

Weeg 100 gram erwten af per persoon. Was ze voor het slapen gaan drie keer grondig, doe ze in een pan met ruim water. Ze hebben zo’n zestien uur nodig om te weken en minimaal een uurtje, maximaal 1 ½ uur kooktijd. Kook ze zachtjes in het weekwater, met een schep zout.
Snijd na een half uurtje de sjalotten en het spek in blokjes. Kruid met peper en zout. Giet een scheutje olie in de koekepan en bak het spek zachtjes uit. Na 10 minuten kunnen de sjalotten erbij. Neem absoluut de tijd en laat zachtjes smoren. Roer af en toe. Doe de piccalilly in een schaaltje, net als de zilveruien en augurken. Maak een vinaigrette van appelazijn en olijfolie en meng door de botersla. Garneer met de appel. Leg het ui-spekmengsel in een mooie schaal. Appelstroop kan ook op tafel. Stort de erwtjes in een soepterrine (in het vocht, zo hoort het) en schep de kastanjebruine erwtjes op de borden. Die noemen ik voortaan gewoon eroïca’s.